Soddy-cirkels
Overzicht ][ Apollonius | Heron's formule | Inversie | Meetkunde
Zie ook het Cabri-werkblad "Inversie".
- Inleiding
- Existentie van de Soddy-cirkels
2.1. De middelpunten zijn niet-collineair
2.2. De middelpunten zijn collineair - Cirkelstelling van Descartes
- Sir Frederick Soddy
- Isoperimetrisch punt
- Tenslotte
wo. Afstand tussen Soddy-cirkels
1. Inleiding
Het raakrobleem van Apollonius (zie de betreffende pagina)
houdt in het vinden van alle cirkels (eventueel tot rechte lijnen ontaard) die aan drie
gegeven cirkels (ook eventueel ontaarde) raken.
Een bijzonder geval van dit probleem wordt in onderstaande paragrafen behandeld, namelijk als de drie gegeven cirkels elkaar twee aan twee raken (zie figuur 1).
figuur 1 | Deze configuratie komt overeen met het Porisma van Steiner
voor n = 3. Klik hier voor de betreffende pagina. Opmerking |
2. Existentie van
de Soddy-cirkels
We zullen hieronder aantonen, dat er inderdaad twee cirkels bestaan die aan de drie
gegeven cirkels raken.
Deze raakcirkels worden Soddy-cirkels genoemd, naar Sir Frederick
Soddy (zie paragraaf 4).
2.1. De middelpunten A1, A2,
A3 niet collineair
We kiezen een inversie d met een van de drie raakpunten als centrum (zie figuur 2).
figuur 2 | In de figuur hiernaast is het inversiecentrum het raakpunt van de cirkels
A1 en A2. De beide cirkels die dat punt als gemeenschappelijk raakpunt hebben gaan dan bij die inversie over in rechte lijnen, d(A1) en d(A2). De derde cirkel gaat over in een cirkel, d(A3), die beide rechte lijnen raakt, en dus gelegen is tussen de rechte lijnen. Er zijn nu twee cirkels die aan d(A1) en d(A2) en aan de beeldcirkel d(A3) raken. De beelden van die cirkel onder de inversie d zijn de gezochte Soddy-cirkels. ¨ |
2.2. De middelpunten A1, A2,
A3 zijn collineair
Ook in dit geval kiezen we een inversie d met een van de drie raakpunten als
centrum (zie figuur 3).
figuur 3 | Hiernaast is het centrum van inversie het raakpunt B12. Bij juiste keuze van de inversiecirkel gaan de cirkels A1 en A2 in twee evenwijdige rechte lijnen, d(A1) en d(A2). Cirkel A3 gaat dan over in een tussen die lijnen gelegen, aan beide lijnen rakende, cirkel, d(A3). Ook nu zijn er twee cirkels die aan de lijnen d(A1) en d(A2) en aan de beeldcirkel d(A3) raken. De inversen van deze cirkels zijn dan weer de Soddy-cirkels. ¨ |
Opmerking
Zie voor deze laatste configuratie ook de pagina "Arbelos".
[einde Opmerking]
3. Cirkelstelling
van Descartes
In november 1643 beschreef René Descartes (1596-1650, Frankrijk) in een brief aan
Prinses Elisabeth van Bohemen de relatie tussen de krommingen van vier elkaar rakende
cirkels.
De kromming van een cirkel met straal R is gelijk aan 1/R.
Daarbij geldt, dat de kromming van een cirkel negatief wordt genomen als een cirkel de
andere drie omvat (dus bij de grootste van de beide Soddy-cirkels; zie
figuur 1).
De cirkelstelling van Descartes luidt:
Stelling 1 Raken de cirkels Ci, met i = 1...4, elkaar in zes verschillende punten en is de kromming van Ci gelijk aan ki, dan geldt: |
Bewijs:
[1] Zie de pagina "Cirkelstelling van Descartes"
voor een direct analytisch bewijs.
[2] We geven hieronder een toepassing die in 1842 gevonden is door Philip Beecroft
(Engeland) en waarmee het bewijs van de Cirkelstelling eveneens geleverd kan worden.
Uitgaande van de cirkels Ci zijn er namelijk een tweede serie Di
van vier cirkels die elkaar twee aan twee raken.
D1 is de cirkel door de raakpunten van C2, C3, C4.
D2 is de cirkel door de raakpunten van C1, C3, D4.
D3 is de cirkel door de raakpunten van C1, C2, D4.
Als de middelpunten van C1, C2, C3 een driehoek ABC
vormen, dan is D4 de incirkel of één van de uitcirkels van driehoek ABC (zie
figuur 4).
figuur 4 | Geval a: D4 is de incirkel Voor de krommingen ki van Ci (i=1..3) hebben we nu: k1 = 1/(s-a), k2 = 1/(s-b), k3 = 1/(s-c) Voor de kromming m4 van D4 geldt: m4 = ± 1/r. Een
gevolg van de formule van Heron (zie de pagina "Formule van
Heron") is: |
Nu is
Deze laatste uitdrukking is dus op basis van het gevolg van de formule van Heron (zie boven) gelijk aan m42.
Op dezelfde manier kunnen we aantonen dat voor de krommingen mi van Di (i=1..3) geldt:
m2m3 + m3m1 + m1m2
= k42
Uiteraard kunnen we de subscripts in beide gevallen permuteren over 1, 2, 3 en 4.
Dus:
...... (1)
Het rechter lid is symmetrisch in k en m, dus geldt ook:
waaruit we vinden
...... (2)
We bekijken nu de uitdrukking (k1+k2+k3+k4)(k1+k2+k3-k4).
Herleiding hiervan geeft:
waaruit via identiteit (2) volgt
k1 + k2 + k3 - k4 = 2m4
Tellen we de vier uitdrukkingen die hieruit door permutatie kunnen ontstaan, na
kwadratering bij elkaar op, dan vinden we:
Blijkens (1) geldt dan:
Geval b: D4 is een uitcirkel
In dit geval verloopt het bewijs geheel analoog aan het bewijs voor
de incirkel.
¨
Opmerking
Zie
H.S.M. COXETER, Introduction to Geometry, John
Wiley & Sons, Inc., 1969, pg. 14-15.
[einde Opmerking]
4. Sir Frederick
Soddy
Sir
Frederick Soddy (1877-1956, Engeland) kreeg in 1921 de Nobelprijs voor scheikunde voor
zijn ontdekking van isotopen.
Hij heeft zich onder oa. ook beziggehouden met bijzondere wiskundige vraagstukken. Zo ook
dus zijn herontdekking in 1936 van de Cirkelstelling van Descartes, die
hij met een gedicht (de eerste twee hieronder vermelde strofen) aankondigde in het
tijdschrift Nature.
Enige tijd later vulde hij het gedicht aan met de derde strofe: de stelling geldt ook in
de 3-dimensionale ruimte.
The Kiss Precise by Frederick Soddy |
Continued |
|
For pairs of
lips to kiss maybe Involves no trigonometry. 'Tis not so when four circles kiss Each one the other three. To bring this off the four must be As three in one or one in three. If one in three, beyond a doubt Each gets three kisses from without. If three in one, then is that one Thrice kissed internally. |
Four circles to
the kissing come. The smaller are the benter. The bend is just the inverse of The distance form the center. Though their intrigue left Euclid dumb There's now no need for rule of thumb. Since zero bend's a dead straight line And concave bends have minus sign, The sum of the squares of all four bends Is half the square of their sum. In Nature, June 20, 1936 (#137), p. 1021 |
To spy out
spherical affairs An oscular surveyor Might find the task laborious, The sphere is much the gayer, And now besides the pair of pairs A fifth sphere in the kissing shares. Yet, signs and zero as before, For each to kiss the other four The square of the sum of all five bends Is thrice the sum of their squares. In Nature, 1937 (#139), p. 62 |
Vier
cirkels doen een rondedans, De kleinste zijn het kromste. De kromming is het omgekeerde van De afstand tot het middelpunt. Hoewel hun intrige Euclides met stomheid sloeg Zijn vuistregels nu overbodig. Omdat een nulkromming een rechte lijn is En concave krommingen een minteken hebben, Is de som der kwadraten van alle vier de krommingen de helft van het kwadraat van hun som. Vertaling: Bettelou Los, in David Wells, Woordenboek van merkwaardige en interessante meetkunde, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1993 |
Een half jaar na Soddy's eerste publicatie werd, eveneens in Nature, een
strofe aan het gedicht toegevoegd door Thorold Gosset (1869-1962), waarin deze een
generalisatie aankondigde voor n+2 hypersferen in een n-dimensionale ruimte; blijkbaar
geldt voor n+2 elkaar twee aan twee rakende n-dimensionale hypersferen:
The Kiss Precise (generalized) by Thorold Gosset |
And let us
not confine our cares To simple circles, planes and spheres, But rise to hyper flats and bends Where kissing multiple appears, In n-ic space the kissing pairs Are hyperspheres, and Truth declares - As n + 2 such osculate Each with an n + 1 fold mate The square of the sum of all the bends Is n times the sum of their squares. In Nature, January 9, 1937 |
Definities [1] Een isoperimetrisch punt van een driehoek ABC is een punt (in het vlak van de driehoek) waarvoor de omtrekken van de driehoeken PAB, PBC en PCA gelijk zijn. [2] Het tweede (buitenste) punt van Soddy is het middelpunt van de omgeschreven Soddy-cirkel van een driehoek. |
. |
Stelling 2 Het tweede punt van Soddy is een isoperimetrisch punt van een driehoek. |
Bewijs: zie figuur 5.
figuur 5 | Zij R de straal van de grote Soddy-cirkel. Nu is SA = R - (s - a) = R - s +a SB = R - s + b SC = R - s + c. Zodat
|
We kunnen op dezelfde manier bewijzen, dat [SBCS] = [SCAS] = 2R.
Het punt S is dus een isoperimetrisch punt van driehoek ABC. ¨
Opmerking
Een noodzakelijke en voldoende voorwaarde voor het bestaan van het isoperimetrisch punt is
a + b + c > 4R + r
(Veldkamp, 1985).
[einde Opmerking]
6. Tenslotte
Zonder bewijs vermelden we nog
Stelling 3 Het uitwendig gelijkvormigheidspunt van de beide Soddy-cirkels is het punt van Gergonne van de driehoek (het snijpunt van de verbindingslijnen tussen een hoekpunt en het raakpunt van de incirkel met de overstaande zijde van dat hoekpunt). Het inwendig gelijkvormigheidspunt van de Soddy-cirkels is het incentrum van de driehoek. |
. |
figuur 6 | In nevenstaande figuur: - G is het punt van Gergonne van de driehoek; - I is het incentrum van de driehoek. - S1 en S2 zijn de middelpunten van de Soddy-cirkels G, I, S1
en S2 zijn daarom dus collineair. |
Afstand tussen Soddy-cirkels
Voor niet-snijdende cirkels, zoals de Soddy-cirkels, kan een "afstand" worden
gedefinieerd.
Klik hier voor de pagina
"Middencirkel".
Klik hier voor de pagina
"Inverse afstand".