Inhoud van viervlak en piramide (en meer)
Overzicht ][ Overzicht stereo | Cabri 3D
Zie ook de pagina "Nog meer over de inhoud van een viervlak".
En meer....
- Inhoud afgeknotte piramide
- Inhoud scheef prisma
- Inhoud afgeknot prisma
- Inhoud afgeknot prisma, een tweede bewijs
1. Inhoud viervlak en piramide
We kunnen de inhoudsbepaling ook (direct) laten berusten op de integraalrekening.
Stelling 1 Voor de inhoud I van een piramide T.ABC... geldt: I = 1/3 Gh |
Bewijs:
Door de top T van de piramide brengen we een assenstelsel aan waarvan de x-as
valt langs de hoogtelijn door T op het grondvlak.
Is de oppervlakte van het grondvlak gelijk aan G, dan zal de oppervlakte van een doorsnede
evenwijdig met het grondvlak een functie zijn van de afstand x van T tot die
doorsnede.
figuur 2 | |
Is de oppervlakte van zo'n doorsnede G(x) en h de hoogte van de piramide, dan is G(x) = (x2 / h2) . G
De inhoud van piramide (cq. viervlak) is dus gelijk aan 1/3 van
het product van het grondvlak en de hoogte: Nb. In de berekening hierboven kunnen G(x) en dx worden beschouwd als resp. grondvlak en hoogte van de prismavormige schijven. |
Opmerking. Zie ook de pagina "Prisma" (stelling 6).
Definitie Een afgeknotte piramide is een veelvlak (niet zijnde een piramide) dat ontstaat door de opstaande ribben van een piramide te snijden met een vlak dat evenwijdig is met het grondvlak. |
. |
figuur 3a | figuur 3b | |
afgeknot viervlak | afgeknotte vijfzijdige piramide |
. |
Stelling 2 Voor de inhoud I van de afgeknotte piramide PQR.ABC (zie figuur 3a) geldt: I = 1/3h(B + G + Ö(BG) ). Hierin stellen B en G de oppervlaktes van resp boven- en ondervlak voor van de afgeknotte piramide; h is de hoogte ervan (de afstand tussen de vlakken PQR en ABC). |
Bewijs:
Zodat Inh(P.BCQ) = 1/3h . Ö(GB)
......(iii)
Uit (i), (ii) en (iii) volgt nu:
I = Inh(PQR.ABC) = 1/3h(G + B + Ö(GB) )
Waarmee het gestelde is aangetoond.¨
Opmerking
Aan de structuur van de formule voor de inhoud I is te zien, dat deze ook geldt voor
afgeknotte piramides met meer dan drie zijvlakken.
[einde Opmerking]
Stelling 3 De inhoud van een scheef prisma is gelijk aan de oppervlakte van een loodrechte doorsnede vermenigvuldigd met de lengte van een opstaande ribbe. |
Bewijs:
figuur 5a | |
In nevenstaande figuur is PQR een loodrechte doorsnede van het scheve prisma
A'B'C'.ABC. A" is de projectie van A' op het grondvlak. De hoek PSA is de hoek
tussen de vlakken PQR en ABC (standhoek). |
|
figuur 5b | |
Opmerking Door afsnijding en aanvulling van congruente veelvlakken is het mogelijk een (scheef) prisma te veranderen in een rechthoekig blok. Daarmee wordt aannemelijk dat voor de inhoud I van een prisma geldt I = Gh waarbij G de oppervlakte is van het grondvlak en h de afstand tussen grnd- en bovenvlak (de hoogte). Hiernaast is een dergelijke 'constructie' weergegeven. Zie verder ook de pagina "Van scheef prisma via recht prisma naar blok". [einde Opmerking] |
Stelling 4 De inhoud van een afgeknot prisma is gelijk aan de oppervlakte van een loodrechte doorsnede vermenigvuldigd met het gemiddelde van de lengtes van de opstaande ribben. |
Nb.
In tegenstelling tot een afgeknotte piramide, waarbij de
afknotting plaats vindt door een vlak evenwijdig met het grondvlak, wordt de
afknotting van een prisma gerealiseerd met een vlak dat niet
evenwijdig is met het grondvlak.
Bewijs:
We bewijzen de stelling voor een afgeknot driezijdig prisma (afgeknot
viervlak).
Opmerking
Zij p de hoek tussen de vlakken PQR en ABC, dan is D = G cos(p).
We zullen dit resultaat gebruiken in paragraaf 5, bij stelling 5.
[einde Opmerking]
5. Inhoud afgeknot prisma, een tweede bewijs
We bekijken opnieuw het afgeknotte prisma DEF.ABC. We kunnen dit afgeknot prisma opgebouwd denken uit het viervlak F.ABC en de piramide
F.ABED, zodat |
|
We kiezen danook het punt C als top van die 'vervangende' piramide. Dus: Inh(F.ABED) = Inh(C.ABED) De piramide C.ABDE kan op diens beurt weer opgebouwd worden met het viervlak E.ABC en het viervlak E.ADC, zodat Inh(F.ABED) = Inh(E.ABC) + Inh(A.ADC) Elk punt van het lijnstuk BE heeft gelijke afstand tot vlak ADC, immers BE // ADC. De inhoud van A.ADC kan dus vervangen worden door elk andere viervlak met grondvlak ADE, mits de top maar op BE ligt. |
|
We kiezen nu B als top van het 'vervangende' viervlak. Dus: Inh(E.ADC) = Inh(B.ADC) = Inh(D.ABC) immers voor die viervlakken geldt B.ADC = D. ABC Voor het afgeknotte prisma DEF.ABC hebben we dus gevonden: Inh(DEF.ABC) = inh(F.ABC) + Inh(E.ABC) + Inh(D.ABC) Of geformuleerd als stelling: |
. |
Nb.
Eenzelfde redenering kan worden opgezet voor vierzijdige, vijfzijdige, ... afgeknotte
prisma's.
Gevolg van stelling 5 Zijn DD' = ha, EE' = hb en FF' = hc de afstanden van D, E, F tot het grondvlak ABC, met oppervlakte G, dan geldt: Inh(DEF.ABC) = 1/3 (ha +hb + hc) G Dit resultaat kunnen we ook vinden via de volgende redenering. |
[p : inhoud.htm] laatste wijziging op: 25-03-2009 (01-10-2005)