Ruimtemeetkunde - Enkele definities
[ Axioma's | Stellingen | Overzicht stereo | Cabri 3D ]
Zie ook de pagina "Afstanden".
Evenwijdige lijnen, kruisende lijnen Twee rechte lijnen (l en m) die elkaar niet snijden én in hetzelfde vlak liggen, heten evenwijdig. Twee rechte lijnen (l en n) die niet in één plat vlak liggen, heten kruisend. |
|
Hoek tussen twee lijnen Snijdende lijnen: de scherpe (niet-stompe) hoek tussen de snijdende lijnen l en m. Kruisende lijnen: de scherpe hoek tussen de snijdende lijnen die ontstaan nadat één of beide lijnen zo evenwijdig met zichzelf verplaatst zijn, dat ze elkaar snijden. |
|
Standhoek De hoek tussen twee elkaar volgens de lijn s snijdende vlakken V en W is gelijk aan de hoek die ontstaat als we in een willkeurig punt P van s twee loodlijnen oprichten op s, opvolgend gelegen in V en W. |
|
Hoek tussen lijn en vlak De hoek tussen een lijn l en een vlak V is de hoek tussen de lijn l en de projectie van l op V. |
|
Middelloodvlak Het middelloodvlak van een lijnstuk AB is het loodvlak op de drager van AB, gaande door het midden M van het lijnstuk AB. |
|
Bissectricevlak (deelvlak) Het (binnen)bissectricevlak of (binnen)deelvlak van de vlakken V en W is het vlak bepaald door de snijlijn s van V en W en de deellijn van een standhoek van die vlakken. Het buitenbissectricevlak of buitendeelvlak wordt bepaald door de snijlijn s en de deellijn van de nevenhoek van de standhoek. Zie ook de pagina "Bissectricevlak van twee vlakken". |
|
Bissectriceloodvlak (looddeelvlak) Een bissectriceloodvlak van twee snijdende lijnen a en b is het vlak bepaald door de loodlijn l door het snijpunt S van a en b loodrecht op het vlak door a en b en één van de bissectrices van de hoeken tussen a en b. Nb. De snijdende lijnen a en b bepalen dus twee bissectriceloodvlakken. |