Bijzondere gelijkvormige driehoeken bij een driehoek
Overzicht ][ Brocard-driehoeken | Neuberg-cirkels | Meetkunde
1. Bijzondere gelijkvormige driehoeken
Opmerkingen |
Klik hier voor een CabriJavapplet bij Stelling 1.
Bewijs:
PBC ~ QCA ~ RAB waaruit: RB : QA = AB : AC of RB = QA . AB/AC ......(1) Oa is het
midden van BC. P' is het speigelbeeld van P in Oa. |
AOa en PS zijn zwaartelijnen (met zwaartepunt Z) in driehoek APP'. Dus PZ : ZS = 2 :1.
Hieruit volgt dat Z zwaartepunt is van PQR.
Z is eveneens het zwaartepunt van ABC (immers Z op AOa met AZ : ZOa = 2 : 1, in APP'). ¨
2. Kiepert en Brocard
Zie in dit verband ook de Stelling van Kiepert op de pagina
"Het probleem van Lemoine":
Er geldt:
Opmerking
|
Uit de Stelling van Kiepert volgt echter eenvoudig de perspectiviteit
(in het punt W") van een driehoek (ABC) en de daarbij behorende
1e Brocard-driehoek (PQR). W" is het 3e Brocard-punt van de driehoek (zie de pagina Brocard-driehoeken).
|
||
Bewijs: |
3. Neuberg-driehoek
Op de pagina "Neuberg-cirkels" wordt de Neuberg-driehoek van een driehoek gedefinieerd.
Ook hierbij geldt
Stelling 3 Een driehoek en diens Neuberg-driehoek hebben hetzelfde zwaartepunt. |
Bewijs:
In de rechter figuur zijn de driehoeken NaBC, NbCA,
NcAB gelijkbenig. De punten Na, Nb, Nc zijn de middelpunten van de Neuberg-cirkels (welke gelegen zijn op de middelloodlijnen van de zijden van ABC, eea. volgend uit de constructie ervan). De hoeken bij Na, Nb, Nc in die driehoeken zijn gelijk aan 2w (waarbij w de Brocard-hoek is van driehoek ABC). De driehoeken voldoen daardoor aan Stelling 1. De Neuberg-driehoek heeft dus ook het punt Z (het zwaartepunt van ABC) als zwaartepunt. ¨ |
Opmerking
Stelling 3 is dezelfde als Stelling 9 op de
pagina "Neuberg-cirkels".
[einde Opmerking]