Driehoeksconstructie: a, b, dc
Overzicht ][ Driehoeksconstructies | Meetkunde | Cabri
[ Terug naar de pagina Driehoekconstructies ]
Overzicht
1. Twee synthetische constructies
2. Een constructie via de stelling van Stewart
1. Twee synthetische constructies voor [ a, b, dc
]
We behandelen hier allereerst een tweetal andere constructies, anders dan die gegeven is
op de pagina "Driehoeksconstructies".
Eerste constructie Aannemend dat driehoek ABC reeds geconstrueerd is. Daarin zijn dus gegeven BC = a, CA = b en CP = d (de lengte van de bissectrice van hoek C). Vorm uit ABC het parallellogrma ADBC, met verder Q als snijpunt van CP en AD, en DR // CQ (R op AB). Stel PQ = x. Uit ADR ~ AQP volgt dan AD : AQ = DR : QP, of ook a : b = d : x PQ is dus als vierde evenredige te construeren bij a, b, d. Hiermee is AQC te construeren (ZZZ). We vinden P op CQ en B als snijpunt van AP met de cirkel (C, a). |
|
Tweede constructie In de figuur is BD // CP. Noem BD = x. Volgens de bissectricestelling is dan AP = k·b en BP = k·a Dan is CP : DB = AP : AB = b : (b+a) Dus d : x = b : (a+b), waarmee x te construeren is uit a, b en d. Dus driehoek BDC is te construeren (ZZZ). Verleng dan DC met b (geeft A) en trek AB. Klaar! |
|
¤ Zie eventueel ook Vraag / Antwoord #14472 op WisFaq: "Re: Constructie driehoek" (20/21 september 2003) |
2. [a, b, dc ] via de steling van
Stewart
En vervolgens een constructie gebaseerd op de stelling van
Stewart.
Volgens deze stelling geldt voor de bissectrice d van hoek C:
d2 = ab - pq
Hierbij zijn p en q de delen waarin zijde c door de bissectrice uit C worden verdeeld (zie de figuur hierboven met BP = p en AP = q).
We hebben dan:
p = c · a/(a + b), q = c · b/(a + b)
Hiermee vinden we dan:
d2 = ab - abc2/(a + b)2
zodat we c kunnen uitdrukken in onder andere a en b. Met x = a + b vinden we:
c2 = (ab - d2) · x2 / (ab)
of
c2 = x2 - (d2x2) / (ab)
Stellen we vervolgens y = d · x /a en z = d · x / b, dan zijn y en z
te construeren uit de gegevens.
Voor c2 vinden we dan
c2 = x2 - yz
Stellen we t2 = yz, dan is ook het lijnstuk t te construeren.
En vervolgens, uit c2 = x2 - t2, via de stelling van
Pythagoras ook het lijnstuk c.