Cabri werkblad
Overzicht ][ Alle werkbladen | Meetkunde | Cabri
Overzicht - Over Spieker en Nagel
- Zomaar een constructie?
Opdracht 1 - Omtrekdeellijnen
Opdracht 2 - Drie omtrekdeellijnen
Opdracht 3
Opdracht 4 - S is een bijzonder punt, het middelpunt van de Spieker-cirkel
Opdracht 5
Opdracht 6
Opdracht 7 - Eigenschappen van het punt van Nagel
Opdracht 8
5.1. De eerste eigenschap
Opdracht 9
Opdracht 10
5.2. De tweede eigenschap
Opdracht 11
Opdracht 12
5.3. Te bewijzen: PB = s - c
5.4. Stap voor stap naar het bewijs
Opdracht 13 - Conclusie
- Naschrift
- Download
figuur 1 |
- Teken een (ongelijkbenige) driehoek ABC.
- Construeer de deellijn van hoek A waarvan het snijpunt met BC het punt A" is.
- Construeer ook het midden A' van BC.
- Construeer de lijn door A' evenwijdig met reeds getekende deellijn.
Deze lijn snijdt één van de zijden met eindpunt A in het punt D.
Zomaar een vraag:
Is het punt D een bijzonder punt van de driehoek?
Vermoedelijk heb je op deze vraag geantwoord met "nee" of met "ik weet
het (nog) niet".
Maar een bijzonder punt is het zeker wel.
Voordat we daarop ingaan maken we eerst een (niet-officiële) notatieafspraak.
figuur 2 | Afspraak Met [PQR] bedoelen we de lengte van het gebroken lijnstuk van P via Q naar R; dus [PQR] = |PQ| + |QR|. |
We laten de beide absoluut strepen bij de lengtes van lijnstukken in hetgeen volgt weg tenzij er misverstand kan ontstaan over wat bedoeld is.
Nu dan verder met de bijzondere positie van het punt D bij driehoek ABC.
Voor het punt D (zie figuur 1) blijkt nu te gelden: CD = [DAB]
- Je kan dit met Cabri nagaan door de lengtes van CD, DA en AB te meten.
Nu geldt dus ook (het volgt eenvoudig uit bovenstaande bewering over het punt D):
[A'CD] = [A'BAD]
- Licht kort toe waarom dit dan inderdaad waar is.
De punten A' en D (daar ging het om) zijn dus zo op de omtrek gelegen, dat ze de omtrek
halveren.
We noemen A'D daarom een omtrekdeellijn van driehoek ABC.
Natuurlijk is het zaak de eigenschap van het punt D te bewijzen. Zie daarvoor Opdracht 2.
figuur 3 |
- Bewijs dat A'D een omtrekdeellijn van driehoek ABC is.
Aanwijzing
Verleng CA met een lijnstuk AE waarbij AE = AB (zie figuur 3).
Kijk dan eens naar de ligging van het punt D op het lijnstuk CE.
Wat kan je in dit verband bewijzen omtrent A'D en BE?
Opdracht 3
figuur 4 |
- Teken de drie omtrekdeellijnen A'P, B'Q en C'R van driehoek ABC (een macro is misschien wel handig).
- Wat valt je op?
Inderdaad, er geldt
Stelling De omtrekdeellijnen van een driehoek gaan door één punt. |
We zullen deze stelling bewijzen in:
figuur 5 |
Kijk eens naar de hierboven staande figuur (figuur 5).
Hierin is I het snijpunt van de bissectricen van de driehoek (het middelpunt van de
incirkel).
Z is het zwaartepunt van driehoek ABC.
Het punt S is ook al getekend, maar we gaan voorlopig alleen uit van I en Z.
We kiezen Z als centrum van een vermenigvuldiging d met factor -½.
- Welk punt is het beeld van A onder de afbeelding d?
We schrijven d (A) = . - Wat weet je nu van het beeld van de lijn AA" bij deze vermenigvuldiging? Noem twee eigenschappen.
- Waarom valt d (AA") samen met de lijn A'P?
Het gemeenschappelijk punt I van de bissectricen van driehoek ABC ligt (natuurlijk) op AA".
- Wat weet je nu van het beeld d
4. S is een bijzonder punt, het middelpunt van de Spieker-cirkel
We kiezen opnieuw (zoals hierboven in Opdracht 4) de vermenigvuldiging d met centrum Z en factor -½.
We construeren nu het beeld van driehoek ABC.
figuur 6 | figuur 7 |
- Vul in:
d(A) =
d(B) =
d(C) =
d(ABC) = - Wat weet je nu van de zijden van driehoek A'B'C' in vergelijking met die van driehoek ABC? Noem twee (of meer) eigenschappen.
Driehoek A'B'C' (zie nu figuur 7) noemen we de centrumdriehoek (ook wel zwaartepuntsdriehoek) van driehoek ABC.
- Welke betekenis hebben de omtrekdeellijnen van driehoek ABC voor de centrumdriehoek
A'B'C'?
Aanwijzing
Kijk naar parallellogram AC'A'B' en de hoeken daarvan. Gebruik ook de wetenschap, dat AA"//PA'.
We hebben nu (dus):
Stelling Het punt S, het snijpunt van de omtrekdeellijnen van driehoek ABC, is het middelpunt van de ingeschreven cirkel van de centrumdiehoek van driehoek ABC of, anders geformuleerd: Een deellijn van de centrumdriehoek van driehoek ABC is omtrekdeelliijn van driehoek ABC. |
figuur 8 | figuur 9 |
De ingeschreven cirkel (zie figuur 8) van de centrumdriehoek heet wel de Spieker-cirkel van driehoek ABC (genoemd naar de Duitse 19e eeuwse wiskundige Theodor Spieker).
Ook geldt nu (zie figuur 9):
Stelling De punten I (middelpunt van de incirkel), Z (zwaartepunt) en S (middelpunt van de Spieker-cirkel) van een driehoek liggen op één lijn, waarbij IZ : ZS = 2 : 1. |
- Bewijs deze stelling
Aanwijzing
Zie paragraaf 3.
De genoemde lijn heet ook wel de lijn van Nagel van driehoek ABC.
Deze reden daarvoor is gelegen in het feit, dat er nog een vierde bijzonder punt op deze
lijn ligt, namelijk het punt van Nagel (genoemd naar de Duitse wiskundige Christian
Heinrich von Nagel, 1803-1882).
In Opdracht 7 zullen we het "punt van Nagel" van een driehoek
construeren.
Eerst nog even een kleine opdracht tussendoor.
figuur 10 |
- Laat zien (bewijs), dat het zwaartepunt van de centrumdriehoek van een driehoek
samenvalt met het zwaartepunt van de driehoek zelf.
Aanwijzing
Gebruik middenparallellen!
Het feit dat beide driehoek hetzelfde zwaartepunt hebben, kunnen we verderop in dit werkblad gebruiken.
Opdracht 7 - constructie van het punt van Nagel
figuur 11 |
We gaan uit van de punten I en S van driehoek ABC (zie figuur 11).
- Construeer nu het punt N =
Gevolg
S ligt midden tussen I en N.
Hiermee is het punt van Nagel geconstrueerd.
- Met welke vermenigvuldiging kunnen we het punt van Nagel van een driehoek construeren als we uitgaan van het punt I en het punt Z?
5. Eigenschappen van het punt van Nagel
Het punt van Nagel heeft ook enkele andere eigenschappen.
De eerste (hier te vermelden) eigenschap is snel af te leiden door gebruik te maken van de vermenigvuldiging dN met centrum N en factor ½.
Driehoek A1B1C1 is het beeld van driehoek ABC onder de afbeelding dN.
figuur 12 |
- Vul in:
dN(I) =
dN(ingeschreven cirkel van ABC) = - Formuleer nu een eigenschap van de ingeschreven cirkels van de centrumdriehoek van ABC en van die van A1B1C1.
- Als r de straal is van de incirkel van ABC, druk dan de straal van de Spieker-cirkel en en die van de incirkel van driehoek A1B1C1 uit in r.
- Kan je hieruit concluderen dat de centrumdriehoek en driehoek A1B1C1
dezelfde incirkel hebben?
Verklaar je antwoord.
We keren nu de zaak min of meer om en bewijzen
Stelling Het middelpunt (I) van de incirkel van een driehoek (ABC) is het punt van Nagel van de centrumdriehoek van die driehoek (ABC). |
figuur 13 |
Bekijk de ligging van de punten I, Z, S en N van driehoek ABC (zie figuur 13).
- Bewijs dat IZ : ZN = 1 : 2.
- Kies nu de vermenigvuldiging dZ met centrum Z en factor - ½ (deze
afbeelding gebruikten we ook in paragraaf 3).
Er geldt dus dZ(I) = S.
Nb.
Het maakt dus niet uit (zie Opdracht 6) of we Z als zwaartepunt van
driehoek ABC of van de centrumdriehoek nemen; ze vallen immers samen.
Laat de inhoud van Opdracht 9 nu goed tot je doordringen.
Kijk dan naar de volgende algemene procedure:
- Ga uit van het middelpunt (noem het P, maar vervang deze naam door een passende in een specifieke situatie) van de incirkel van een driehoek.
- Voer met het zwaartepunt van de driehoek als centrum (noem het hier maar Q) een vermenigvuldiging uit met factor - ½.
- Noem het beeld van Q in dit geval R.
- Welk punt van de driehoek is het punt R?
- Geef een redenering, gebaseerd op bovenstaande algemene procedure, waarmee je de laatst genoemde stelling hierboven kan bewijzen.
Aanwijzing
Zie de Opdracht 6 en Opdracht 7.
Deze eigenschap zullen we formuleren na de volgende opdracht.
figuur 14 |
- Kies een nieuw Cabri werkblad en teken daarop driehoek ABC.
- Construeer van driehoek ABC de punten I (middelpunt incirkel), Z (het zwaartepunt) en N
(het punt van Nagel).
De lijn AN snijdt de zijde BC in het punt P.
Zo maar een vraag:
Is het punt P een bijzonder punt van driehoek ABC?
- Gebruik Cabri om de lengtes van de volgende gebroken lijnstukken te berekenen (zie figuur 14).
- Bereken:
[PCA] = PC + CA =
[PBA] = PB + BA = - Formuleer een vermoeden omtrent de punten A en P.
Er geldt (inderdaad):
Stelling Een lijn door het hoekpunt van een driehoek en het punt van Nagel van die driehoek is een omtrekdeellijn van die driehoek. |
Ook deze stelling zullen we via enkele opdrachten bewijzen. Wel moeten we daarbij enig rekenwerk in (aan) driehoek ABC verrichten.
figuur 15 |
Ga uit van een driehoek waarin de punten I, Z en N zijn geconstrueerd. Zie
figuur 15.
Gebruik weer de vermenigvuldiging dZ met centrum Z en factor -½.
- Vul in:
dZ(N) =
dZ(A) =
dZ(NA) = - Waarom is nu IA' // NA?
- Teken ook de loodlijnen op BC door het punt A (lijnstuk AD) en door het punt I (lijnstuk IE).
- Waarom zijn de driehoeken ADP en IEA' gelijkvormig?
Afspraak
De omtrek a+b+c van een driehoek stellen we gelijk aan 2s.
Dus 2s = a + b+ c.
Ons doel vanaf nu
: het berekenen van de lengte van het lijnstuk BP (zie figuur 15).Als P inderdaad een omtrekdeellijn is, dan moet gelden:
[PBA] = s = PB + BA = PB + c.
We kunnen dit bewijzen door wat rekenwerk in driehoek ABC te verrichten.
We bewijzen allereerst in een hulpstelling iets over de raaklijnstukken aan de ingeschreven cirkel van een driehoek.
figuur 16 |
Hulpstelling Zie figuur 16 voor het gebruik van de verschillende lengtes. In driehoek ABC geldt: [1] O(ABC) = rs [2] x = s - a, y = s - b, z = s - c |
Bewijs:
[1]
O(IBC) = ½ ra, O(ICA) = ½ rb, O(IAB) = ½ rc.
Optelling geeft
O(ABC) = ½ ra + ½ rb + ½ rc = ½ r
(a + b + c) = ½ r . 2s = rs.
[2]
Voor de omtrek (*) geldt: x + y + z = s
en verder ook y + z = a
Dus, na substitutie, hebben we x = s - b. Op dezelfde manier vinden we de
uitdrukkingen voor y en z.
(*) Nb.
Bewijs eventueel zelf (nog eens) dat de raaklijnstukken (zoals het lijnstuk x uit
A) vanuit aan punt aan een cirkel aan elkaar gelijk zijn.
5.4. Stap voor stap naar het bewijs
De rest van het bewijs van de stelling uit paragraaf 5.2 delen we op in enkele stappen (zie bij elke stap figuur 15). Opdracht 13
[Stap 1]
Bewijs met behulp van de cosinusregel, toegepast in driehoek ABC, dat .
Aanwijzing. Kijk naar driehoek ABD voor cos(B).
[Stap 2]
Bewijs, met gebruikmaking van de hulpstelling, dat EA' = ½ a
- (s - b).
[Stap 3]
AD is hoogtelijn van driehoek ABC. We kunnen dus AD eveneens gebruiken om O(ABC) uit te
rekenen.
Bewijs, met gebruikmaking van de hulpstelling, dat .
[Stap 4]
Uit de gelijkvormigheid van de driehoeken ADP en IEA' (zie Opdracht 12)
volgt:
DP : EA' = AD : IE = AD : r.
Leid hieruit af, dat .
[Stap 5]
Bewijs nu, uitgaande van BP = BD + DP, dat BP = s - c.
Iets anders geformuleerd dan hierboven (in paragraaf 5.2) hebben we dus bewezen:
Stelling Het Nagel-punt van een driehoek is het snijpunt van de omtrekdeellijnen die door de hoekpunten gaan. |
Er is niets tegen om het punt S, het snijpunt van de omtrekdeellijnen die door de
middens van de zijden gaan, het Spieker-punt te noemen.
We hebben dus al eerder bewezen (in paragraaf 3):
Stelling Het Spieker-punt van een driehoek is het snijpunt van de omtrekdeellijnen die door de middens van de zijden gaan. |
In figuur 17 zien we alle laatst behandelde punten en lijnen nog eens bij elkaar.
figuur 17 |
Ook over de punten P, Q en R (als eindpunten van de omtrekdeellijnen door de hoekpunten) is nog wel wat op te merken.
We vermelden hier (zonder bewijs weliswaar):
Stelling (zie fguur 18) De punten P, Q en R zijn de raakpunten van de uitcirkels (uitwendig aan de zijden rakende cirkels) aan de zijden van de driehoek of anders geformuleerd De lijnen door de raakpunten van de uitcirkels op de zijden van een driehoek en gaande door de tegenoverliggende hoekpunten zijn concurrent in het punt van Nagel van de driehoek. |
figuur 18 | Opmerkingen [1] Deze eigenschap wordt bewezen op de pagina "Transversalen" als toepassing van de Stelling van Ceva. [2] Klik hier voor de samenhang tussen de incirkel van een driehoek en de Negenpuntscirkel. |
8. Download
De Cabri-figuren die op deze pagina zijn gebruikt, kunnen in één bestand via
deze webpagina worden gedownload.
In dat bestand zijn ook enkele Cabri-macro's en enkele andere figuren opgenomen.
Klik hier om het downloaden te
starten [ZIP-bestand, 23Kb].
Deze pagina is (in iets gewijzigde vorm) ook beschikbaar in PDF-formaat.
spina.pdf [ca.
92 Kb]
[spina.htm] laatste wijziging op: 20-03-2005