Prismoïde, obelisk, anti-prisma
Definities | Inhoud prismoïde ][ Prisma | Inhoud | Overzicht stereo | Cabri 3D
1. Definities prismoïde, obelisk, anti-prisma
Definities (Zie figuur 1a) Een convex veelvlak waarvan de hoekpunten in twee evenwijdige vlakken liggen, heet prismoïde (ook wel prismatoïde; Eng. prismatoid, prismoid) De zijvlakken in de evenwijdige vlakken noemt men grond- en bovenvlak; de andere zijvlakken heten opstaande zijvlakken De afstand tussen de evenwijdige vlakken heet de hoogte van de prismoïde. |
. |
. |
Definitie (Zie figuur 1b) Een prismoïde waarvan alle opstaande zijvlakken trapezia (of parallellogrammen) zijn, heet obelisk. |
En volvolgens nog een tweede bijzondere prismoïde.
Definitie (Zie figuur 1c) Een anti-prisma is een prismoïde waarvan alle opstaande zijvlakken driehoeken zijn. Zijn grond- en bovenvlak van een anti-prisma regelmatige veelhoeken en ligt het middelpunt van het bovenvlak recht boven het middelpunt van het grondvlak, dan spreken we van een regelmatig anti-prisma (zie figuur 1e). |
Wanneer wordt uitgegaan van een 'gewoon' prisma, waarbij dan het bovenvlak "iets" gedraaid wordt tov. het ondervlak dan krijgen we (uiteraard) ook een anti-prisma (zie figuur 1d). In de literatuur wordt deze vorm vaak (en onterecht) als definitie gegeven voor een anti-prisma.
figuur 1c | figuur 1d | figuur 1e | ||
Klik hier >< voor een Cabri 3D applet van figuur 1c (in een
NieuwVenster; automatisch draaiend).
Klik hier >< voor een Cabri 3D applet van figuur 1d (in een
NieuwVenster; automatisch draaiend).
Klik hier >< voor een Cabri 3D applet van figuur 1e (in een
NieuwVenster; automatisch draaiend).
We kiezen in het middenvlak, het vlak dat gaat door de middens van de opstaande
ribben, een willekeurig punt Z. Er ontstaan dan in ieder geval twee piramides: Z.ABCDEF en Z.GHKL. Zijn nu G, B en M
opvolgend de oppervlaktes van het grondvlak, het bovenvlak en het middenvlak. De rest van de prismoïde bestaat uit drie of vierzijdige piramides met top Z en met
als grondvlak een van de opstaande zijvlakken van de prismoïde. |
Maar Inh(Z.B'C'H) = Inh(H.ZB'C'), en dit laatste viervlak heeft 1/2h
als hoogte, zodat
Inh(Z.BCH) = 4 . 1/3 Opp(ZB'C') . 1/2h
Sommatie over alle deeldriehoeken ZB'C', ZC'H', ... van het middenvlak geeft dan voor de
inhoud IZ van de resterende piramides: IZ = 4/6
Mh.
De inhoud van de prismoïde is dan
I = IG + IB + IZ = 1/6 h (G + B + 4M)
Nb. Bovenstaande inhoudsformule geldt dus eveneens voor de obelisk en anti-prisma.
Gevolg
Omdat het prisma, de piramide en de afgeknotte piramide bijzondere prismoïden zijn (bij
het prisma is B = G = M; bij de piramide is B = 0 en M = 1/4G),
zullen de inhoudsformules van die lichamen uit die voor de prismoïde moeten volgen:
prisma: I = 1/6 h (G + G + 4G) =
Gh
piramide: I = 1/6 h (G + 0 + G)
= 1/3Gh
Bij de afgeknotte piramide moeten we eerst nog een uitdrukking vinden voor M. Hiernaast
is een 'as'-doorsnede getekend van een afgeknotte piramide. T is de top van de
niet-afgeknotte piramide (met hoogte h').
|
Dus:
afgeknotte piramide: I = 1/6 h (B
+ G + B+ G + 2Ö(BG) ) = 1/3 h (B
+ G + Ö(BG) )
Zie ook de pagina "Inhoud van viervlak en piramide (en meer)".