Koordenvierhoeken: Nevencentrum, Euler-punt, Mathot-punt
Overzicht ][ Koordenvierhoeken | Varignon | Meetkunde
1. Een enkele eigenschap van een willekeurige vierhoek
Stelling 1.1 | Stelling 1.2 |
Voor het bewijs van Stelling 1.1 en Stelling 1.2 zie de pagina "De stelling van Varignon, en meer", daar opvolgend als Stelling 1 en Stelling 3 .
Opmerking
Het punt S, het snijpunt van de drie lijnen in Stelling 1.2,
heet het zwaartepunt (van de hoekpunten) van de vierhoek.
[einde Opmerking]
2. Het nevencentrum van een koordenvierhoek
Stelling 2 De loodlijnen uit de middens van de zijden van een koordenvierhoek op de overeenkomstige overstaande zijde zijn concurrent in een punt V Het punt V heet het nevencentrum van de koordenvierhoek (ook wel Mathot-punt, naar Jules Mathot (Mathesis, 1901, p.25-26; zie Stelling 3). |
Opmerking
Hieronder (als een Gevolg van Stelling 3)
zullen we aantonen, dat het nevencentrum van de koordenvierhoek samenvalt met het
Euler-punt van die vierhoek.
[einde Opmerking]
Bewijs:
O is het omcentrum van ABCD. B' en D' zijn de middens van BC en DA. Het zwaartepunt S van ABCD is het midden van B'D' (zie Stelling 1.2). Het spiegelbeeld V van O is S ligt dus op de loodlijn D'P uit D' op BC, immers D'P // OB' en dus is OS = SV. Maar dit geldt dan voor elke loodlijn uit elke midden, immers de positie van S is onafhankelijk van de betreffende loodlijn Waaruit het gestelde direct volgt. ¨ Opmerking |
Gevolg De lijn door het midden van een een diagonaal loodlrecht op de andere diagonaal gaat eveneens door het nevencentrum. |
Bewijs:
PV _|_ AC, maar ook OQ _|_ AC, zodat PV // OQ Evenzo is ook QV // OP. PVQO is dus een parallellogram, waarvan S het het snijpunt is van de diagonalen (volgens Stelling 1.2 en Stelling 2). ¨ |
Definitie Een driehoek met drie van de vier hoekpunten van de koordenvierhoek als hoekpunt heet diagonaaldriehoek. |
. |
Bewijs:
figuur a | figuur b |
Zie figuur a hierboven. Ha is het hoogtepunt van diagonaaldriehoek BCD. Hd is het hoogtepunt van diagonaaldriehoek ABC. De lijnen AHd en DHa staan beide loodrecht op BC, en zijn dus evenwijdig. Volkgens een bekende eigenschap van de hoogtelijnen van een driehoek is: Het bovenste hoogtelijnstuk is gelijk aan 2 maal de afstand van het omcentrum van de driehoek naar de zijde waarop die hoogtelijn staat. Zodat AHd = 2 OB' = DHa. AHdHaD is dus een parallellogram, waarin AHa en DHd diagonalen zijn met snijpunt W. AHa deelt dus DHd middendoor. Evenzo wordt DHd ook door de lijnen BHb en CHc middendoor gedeeld. Waaruit het gestelde direct volgt. ¨ |
Gevolg 1 Zijn Ha, Hb, Hc, Hd hoogtepunten van de diagonaaldriehoeken van koordenvierhoek ABCD, dan is HaHbHcHd congruent met ABC |
Bewijs:
In figuur a hierboven is het punt Ha het beeld van
A bij een vermenigvuldiging met -1 tov. het punt W.
Analoog geldt dat voor de punten Hb, Hc, Hd en B, C, D.
Waaruit het gestelde volgt. ¨
Klik hier >< voor een CabriJavapplet die eea. illustreert.
Opmerking
Bovenstaande is op de pagina "Koordenvierhoeken"
(Stelling 2 aldaar) vanuit een ander uitgangspunt (namelijk via Euler-cirkels) eveneens
aangetoond.
Het punt W wordt daar, op basis van die uitgangspunten, het Euler-punt
van de koordenvierhoek genoemd.
[einde Opmerking]
Gevolg 2 Het Euler-punt en het nevencentrum van een koordenvierhoek vallen samen. |
Bewijs:
De vierhoeken ABCD en HaHbHcHd
hebben op basis van de congruentie (zie Gevolg 1) omcirkels met gelijke
straal. Het punt W is dus het beeld van het punt O bij vermenigvuldiging met -1 tov. het
punt S, het zwaartepunt van ABCD (zie figuur b hierboven).
N. Altshiller Court, College Geometry, Barnes & Noble, 1925 |
Pat Ballew (UK), Cyclic Quadrangles / website |
Darij Grinberg (D), The Euler point of a cyclic quadrilateral; toegankelijk als ZIPped PS-file via diens de website |
R. Honsberger, Episodes in 19th and 20th Century Euclidean Geometry, MAA, 1995 |
D. Klingens, Het nevencentrum van een koordenvierhoek (artikel, april 2008, PDF-formaat) |
Webpagina "Koordenvierhoeken" (deze website) |
Webpagina "De Stelling van Varignon, en meer" (deze website) |