Een eigenschap van het hoogtepunt
Stelling | 1e bewijs | 2e bewijs ][ Lijn van Steiner | DK & Meetkunde
We geven twee bewijzen van deze stelling geven (zie 1e bewijs en 2e bewijs)
1e Bewijs :
We willen aantonen (zie figuur 1), dat het punt Ha symmetrisch ligt met het
punt H ten opzichte van de lijn BC.
figuur 1 | In de driehoeken AEH en BDH is ÐE = ÐD en ÐH = ÐH;
dus ÐEAH = ÐDBH. Verder is ÐHaAC = ÐHaBC (staan op gelijke bogen). Uit beide volgt nu Hieruit volgt dan inmiddellijk, dat HD = HaD, zodat H en Ha symmetrisch liggen ten opzichte van de zijde BC van de driehoek. ¨ |
Opmerking
Deze eigenschap wordt ook gebruikt bij het onderzoek naar de zogenoemde cirkel van Feuerbach (ook wel negenpuntscirkel
genoemd).
[einde Opmerking]
Klik hier om terug te gaan naar de tekst op de pagina Steiner-lijn.
2e Bewijs
Dit bewijs maakt gebruik van de eigenschappen van een koordenvierhoek (zie figuur 2).
We tonen aan, dat het spiegelbeeld Ha van H in de zijde BC op de omgeschreven
cirkel van ABC ligt.
figuur 2 | Uit de spiegeling in BC blijkt: ÐBHC = ÐBHaC. Verder is in vierhoek AFHE ÐE = ÐF = 90º, zodat daarin ÐH + ÐA = 180º. Maar dan geldt Dus Ha ligt op de omgeschreven cirkel van driehoek ABC. ¨ |
Klik hier om terug te gaan naar de tekst op de pagina Steiner-lijn.