Cirkelsector en cirkelsegment

Overzicht  ][  Meetkunde | Analyse


Overzicht terug

  1. Inleiding
  2. Betrekkingen en berekeningen
  3. Oppervlakte met integraalrekening
  4. Referenties

1. Inleiding terug

cirksect1
Definitie
Een cirkelsector is een deel van het cirkeloppervlak ingesloten door een cirkelboog en de beide stralen naar de eindpunten van die cirkelboog.
Een cirkelsegment is een deel van het cirkeloppervlak ingesloten door een cirkelboog en de koorde tussen de eindpunten van die cirkelboog.

Nb.
Beide vlakdelen zijn met bovenstaande definitie niet eenduidig bepaald.

De middelpuntshoek op de cirkelboog wordt meestal aangegeven met de Griekse letter q (thèta). Daarbij geldt dan : 0 < q £ p.
Is q = p dan spreken we meestal van een halve cirkel.

cirksect2 Verdere naamgeving:
k - lengte van de koorde
s - lengte van de cirkelboog
h - hoogte van het segment (ook van het segmentdeel van de sector)
d - afstand van het middelpunt van de cirkel tot de koorde
R - straal van de cirkel

2. Betrekkingen en berekeningen terug
We hebben nu de volgende betrekkingen tussen de verschillende elementen:

= h + d            
s = Rq immers, s / (2pR) = q / (2p)
d = R cos(½q) volgt uit hoekeigenschappen (goniometrie)
= ½k cot(½q) volgt uit hoekeigenschappen (goniometrie)
= Ö(R2 - 1/4 k2) volgens de stelling van Pythagoras
k = 2R sin(½q) volgt uit hoekeigenschappen (goniometrie)
= 2d tan(½q) volgt uit hoekeigenschappen (goniometrie)
= 2Ö(R2 - d2) volgens de stelling van Pythagoras
= 2Ö(2Rh - h2) voor d = R - h is R2 - d2 = R2 - (R2 - 2Rh + h2) = 2Rh - h2 
q  s / R            volgt uit s = Rq 
= 2arcsin(k/(2R)) volgt uit k = 2R sin(½q)
= 2arccos(d/R) volgt uit d = R cos(½q)
= 2arctan(k/(2d)) volgt uit k = 2d tan(½q)

Voor de oppervlakte V(sector) en V(segment) hebben we de volgende formules:

V(sector) = ½Rs            immers V(sector) = s / (2pR) . pR2 (verhouding tussen omtrek en oppervlakte)
= ½R2q volgt uit s = Rq
V(segment) = V(sector)-V(driehoek) nu geldt: V(driehoek) = ½R2sin(q)
= ½R2(q - sinq) immers uit de vorige regel volgt:  V(segment) = ½R2q - ½R2sin(q)
= ½(Rs - kd) immers s = Rq en V(driehoek) = ½kd
= R2arccos(d/R) - dÖ(R2 - d2) immers V(sector) = ½R2q met q = 2arccos(d/R)
= R2arccos((R - h)/R) - (R - h)Ö(2Rh - h2) immers d = R - h
= R2arcsin( k/(2R) ) - ½kd volgt uit V(segment) = ½Rs - ½kd en s = Rq  = 2Rarcsin( k/(2R) )

3. Oppervlakte met integraalrekening terug
We kunnen de oppervlaktes ook met behulp van de integraalrekening afleiden.

Oppervlakte sector

cirksect3 Voor driehoek OAB met rechte hoek A (zie figuur hiernaast) geldt: AB » Dq, zodat
V(OAB) = ½R . Dq.
Waaruit volgt:
cirksectf1
Deze formule hebben we hierboven eenvoudiger gevonden.

Oppervlakte segment

cirksect4 Zij p = ½k.
Dan geldt voor V(Segment):
cirksectf2
We berekenen de eerste term van het rechter lid (de integraal) dmv. subsitutie van
x = Rcos(u) met dx = -Rsin(u) . du. We krijgen dan:
cirksectf3a

Uitwerking van dit laatste geeft voor de waarde van de integraal, aangegeven met I:
cirksectf3b
Wegens cos(arccos(p/R))= p / R en sin(arccos(p/R)) = sin(½p - ½q) = cos(½q) = d / R vinden we dan:
cirksectf3c
Zodat
cirksectf3d
Deze formule hebben we hierboven heelwat eenvoudiger gevonden.

3. Referenties terug

[1]      M.R. SPIEGEL, J. LIU: Mathematical Handbook of Formulas and Tables, Schaum's Outline Series (McGraw Hill, New York)
[2] ERIC WEISSTEIN: World of Mathematics - Math World (Wolfram Research) / Segment / Sector
[2] J.C.A. WEVERS: Wiskundig Formularium (PDF-bestand, Nederlands en Engels)

begin pagina
[cirkelsect.htm] laatste wijziging op: 11-11-02